Beweging zonder weerstand
Weerstand en verandering gaan door het leven als een Siamese tweeling. Aangezien veranderen gewoon (soms) nodig is en weerstand nogal wat negatieve connotaties met zich meebrengt worden veel veranderaanpakken aangekleed met positieve percepties van weerstand. Gezien de kwalijke reputatie van weerstand is dit een begrijpelijk verschijnsel. In dit korte essay bespreek ik daar een aantal voorbeelden en laat ik zien welke risico’s dat met zich meebrengt.
Voorbeelden van “positieve” weerstand
Veelal komt de toekenning van positieve kwaliteiten aan weerstand voort uit een beeldspraak gebaseerd op de exacte wetenschappen, meestal de fysica.
voorbeeld 1
Zonder weerstand kom je niet in beweging. Fysisch gezien is in zekere zin juist. Ga maar na: wanneer je je op gladde schoenen op een ijsvloer bevindt, kom je niet (nauwelijks) in beweging. Je hebt, zo lijkt het, weerstand nodig om in beweging te komen. We zullen straks zien dat er veel essentieel andere situaties zijn waarin er beweging ontstaat zonder weerstand. De suggestie die hier impliciet wordt gewekt is dat veranderen mogelijk wordt bij gratie van de weerstand: Wees dus maar blij met die weerstand, want zonder zou er niets veranderen
voorbeeld 2
Als ik twee voorwerpen langs elkaar wrijf ontstaat er warmte. De impliciete suggestie is hier dat weerstand tot warmte leidt – en dan natuurlijk in de positieve zin – bij veranderen.
Waar rammelt de beeldspraak?
Voorbeeld 1 is gebaseerd op een misverstand. De belangrijkste oorzaak van beweging in de fysica is niet weerstand maar het bestaan van zg. wisselwerkingen of krachten, zoals bijvoorbeeld de zwaartekracht of de electromagnetische kracht. In feite zijn dit veel eleganter bronnen van beweging. In organisatietermen zou je kunnen zeggen dat bewegingsbronnen op basis van krachten van het type pull zijn en bewegingsbronnen op basis van weerstand van het type push. Kortom bij pull is er een object dat ergens naartoe wil bewegen en bij push een object dat ergens naartoe geduwd moet worden. Ten slotte: In geval van beweging die door een wisselwerking ontstaat levert wrijving (weerstand) dan juist weer minder beweging op: Niet fijn dus!
In het geval van voorbeeld 2 is er zelfs geen enkele onderliggende reden voor positieve connotaties. In alle industriële processen gebaseerd op fysica of chemie wordt warmte gezien als afval: Het ontstaan ervan wordt zoveel mogelijk vermeden en als het toch ontstaat probeert men het terug te winnen en alsnog in iets nuttigs om te zetten.
Wat is het risico van “positieve” weerstand?
Dit lijken op het eerste gezicht wellicht onschuldige misverstanden. Er zitten echter wel degelijk vervelende risico’s aan. Het zou er gemakkelijk toe kunnen leiden dat het optreden van weerstand niet alleen als een noodzakelijke voorwaarde wordt gezien in een verandertraject, maar eveneens als iets dat eigenlijk als prettig prettig dient te worden ervaren.
Zoals ik in mijn boek Veranderen zonder weerstand (ISBN 978-94-92221-73-5) laat zien is het zeer goed mogelijk om te veranderen zonder weerstand. Echte weerstand ontstaat als gevolg van het niet serieus nemen van identiteit en cultuur van de medewerkers. Het is vaak de oorzaak van mentale afhaking en burn out.
Het positioneren van weerstand als een onvermijdelijk en bovendien wel aangenaam verschijnsel versterkt het proces van mentale afhaking.
Diepgang, vakmanschap, zorgvuldigheid
Ik vrees dat veel van de schade die aldus wordt aangericht mede een gevolg is van onvoldoende diepgang en kennis (in dit geval van de onderbouwende beeldspraak), van onvoldoende vakmanschap bij het afbeelden van (rammelende) beeldspraken op de organisatiecontext en ten slotte – en dat is misschien wel het schadelijkst – van onvoldoende zorgvuldigheid.